Wet inburgering nieuwkomers (WIN) (1 gevonden)

Dutch Wet inburgering nieuwkomers (WIN) English LAw Governing the Integration of Newcomers

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

bestuursrecht (vreemdelingenrecht) - wet van 9 april 1988 houdende regels m.b.t. de inburgering van nieuwkomers in de Nederlandse samenleving. Daarin o.a. opgenomen het inburgeringsonderzoek en -programma.


Artikel 2 win:

1. Iedere nieuwkomer meldt zich op een door het college van burgemeester en wethouders te bepalen wijze bij een door dit college aangewezen instantie voor het houden van een inburgeringsonderzoek. Hij meldt zich met een door hem ingevuld aanmeldingsformulier. Indien het een nieuwkomer als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, betreft, wordt hem dit formulier overhandigd tegelijk met de beschikking waarbij de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd wordt ingewilligd. Indien het een nieuwkomer als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, betreft, wordt hem dit formulier overhandigd op het moment dat hij aangifte van verblijf en adres als bedoeld in artikel 65 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens doet. Onze Minister van Binnenlandse Zaken stelt voor het formulier een model vast.
2. De nieuwkomer die vreemdeling is, voldoet aan de in het eerste lid bedoelde verplichting:
a. indien hij in een opvangcentrum verblijft, binnen zes weken nadat hij na vertrek uit het centrum voor de eerste keer aangifte van verblijf en adres als bedoeld in artikel 65 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens heeft gedaan, en
b. in de overige gevallen, binnen zes weken nadat hem de beschikking, waarbij de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd wordt ingewilligd is uitgereikt.
3. De nieuwkomer die Nederlander is, voldoet aan de in het eerste lid bedoelde verplichting binnen zes weken nadat hij aangifte van verblijf en adres als bedoeld in artikel 65 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens heeft gedaan.
4. Onder een opvangcentrum als bedoeld in het tweede lid wordt verstaan: een door het Rijk beschikbaar gestelde accommodatie die uitsluitend bestemd is voor het bieden van tijdelijke opvang aan vreemdelingen.


Artikel 5 win:

1. Zo spoedig mogelijk nadat het inburgeringsonderzoek is gehouden, stelt het college van burgemeester en wethouders op grond van de resultaten van het onderzoek voor de betrokken nieuwkomer een inburgeringsprogramma vast. Het inburgeringsprogramma is gericht op vergroting van de sociale redzaamheid van de nieuwkomer en van diens mogelijkheden om zich verder te scholen of toe te treden tot de arbeidsmarkt.
2. Het college van burgemeester en wethouders besluit het vaststellen van een inburgeringsprogramma achterwege te laten, indien tijdens het inburgeringsonderzoek aannemelijk is geworden dat de nieuwkomer de kennis, het inzicht en de vaardigheden die hij door het deelnemen aan een inburgeringsprogramma zou kunnen verwerven, reeds in voldoende mate op andere wijze heeft verworven dan wel binnen een redelijke termijn in voldoende mate op andere wijze zal verwerven.
3. Het college van burgemeester en wethouders kan aan een besluit als bedoeld in het tweede lid de voorwaarde verbinden dat de betrokken nieuwkomer op een door het college te bepalen datum een toets aflegt en daarbij het in artikel 11, eerste lid, onder b, bedoelde niveau behaalt. Het college draagt er zorg voor dat de toets wordt afgenomen door een instelling. In het geval dat aan de in de eerste volzin genoemde voorwaarde niet wordt voldaan, stelt het college zo spoedig mogelijk na de datum waarop de resultaten van de toets bekend zijn gemaakt, voor de betrokken nieuwkomer alsnog een inburgeringsprogramma vast. In dat geval wordt de termijn, bedoeld in artikel 8.1.3, achtste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs verlengd met de tijd die is verlopen tussen de datum waarop het in de eerste volzin bedoelde besluit is genomen, en de datum waarop het inburgeringsprogramma is vastgesteld.
4. Onverminderd het derde lid kan de in het tweede lid bedoelde nieuwkomer bij het college van burgemeester en wethouders een aanvraag indienen tot het nemen van een besluit hem een toets te laten afleggen. Het college voldoet aan deze aanvraag, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. Indien het college aan de aanvraag voldoet, draagt het er zorg voor dat de toets wordt afgenomen door een instelling.
5. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels over de uitvoering van het tweede lid worden gesteld.





Deel deze pagina met: